Visie op coaching

Op 2 oktober 2023 werd ik geïnterviewd door een student van de opleiding Personeelswetenschappen, voor het vak 'Coaching en ontwikkeling'. Het was een erg leuk gesprek, waarin ik mijn passie probeerde te vatten in woorden. Het verslag beschrijft dit prachtig.

 

“Ik wil niet per se iets als coach. Het gaat om wat de cliënt wil. Ik wil mensen niet iets in laten zien, want dan zou ik boven hen gaan staan. Alsof ik weet wat zij in moeten gaan zien” (T. Krabbe, persoonlijke communicatie, 2 oktober 2023).

 

Het afnemen van een interview vind ik normaliter intensief. Je moet geconcentreerd luisteren, de juiste vragen stellen en non-verbale communicatie opmerken. Het interview met Trudy Krabbe, individuele coach en organisatieadviseur, verliep verbazingwekkend soepel. Ik hoefde me niet continu af te vragen of ik wel goed luisterde en bevestigende knikjes gaf. Dat ging automatisch. Wat Trudy vertelde, boeide me namelijk oprecht. Ik heb maar een paar vragen hoeven stellen om antwoord te krijgen op veel meer vragen. Mijn doel in dit interview was om te leren hoe je als coach het initiatief bij de cliënt kunt leggen, zonder de angst te hebben dat ze daardoor hun doel niet gaan halen. Ik zou coachees namelijk het liefst een stappenplan geven waarmee ze naar mijn idee zeker hun doel bereiken. Echter, hiermee zou ik het initiatief volledig bij hen wegnemen. Hoe zou ik dit beter kunnen aanpakken?

 

Mijn eerste vraag aan Trudy was: wat is uw doel als coach? Haar antwoord zette mij op scherp: “Ik wil niet per se iets als coach. Het gaat om wat de cliënt wil. Ik wil mensen niet iets in laten zien, want dan zou ik boven hen gaan staan. Alsof ik weet wat zij in moeten gaan zien” (T. Krabbe, persoonlijke communicatie, 2 oktober 2023). Ze vertelde dat sommige cliënten geen doel hebben en dat zij als coach dan ook geen doel heeft. Soms voelt ze aan waar het over zou kunnen gaan. Dan geeft ze dat aan en laat ze de cliënt er op reageren. Maar het initiatief ligt in principe altijd bij de cliënt. Ze gaf aan dat je als coach soms kunt coachen vanuit het redderscomplex: het idee dat je iemand gaat redden van zijn problemen. Dit herkende ik bij mezelf. Ik wil maar al te graag binnen een paar sessies iemands probleem oplossen. Trudy vertelde echter dat je volgens haar pas een goede coach bent als je het succes van je coaching niet linkt aan je eigen prestaties, maar aan de mate waarin de cliënt ervaart dat er ontwikkeling is. 

 

Mijn vervolgvraag aan Trudy was hoe ze haar coaching dan vormgeeft. Haar antwoord was dat ze volgt wat zich aandient, wat de cliënt vertelt en uitstraalt. Vanuit het systemisch gedachtegoed wordt dit fenomenologie genoemd. Je neemt waar wat er verschijnt. Als iemand binnenkomt, verschijnt er iets. Er verschijnt een persoon, maar in die persoon zit een ziel, een ziel die welllicht iets anders in zich heeft dan de persoon aan de buitenkant uitstraalt. Bij een vraagstuk kan dit ook zo zijn. Een cliënt zegt dat het probleem ‘A’ is, maar er verschijnt in de persoon iets wat ‘B’ is. Als coach stelt Trudy dan voor om naar ‘B’ te gaan kijken. Ik vroeg me toen af hoe je nu kunt aanvoelen wat er werkelijk in iemand leeft en wat werkelijk het probleem is. Volgens Trudy is dat een kwestie van training, iets waar je door ervaringen in leert en beter in wordt. Trudy vatte haar visie op de rol van de coach mooi samen: “De vraag is of een coach je in contact brengt met dat deel van jezelf waar je naar te kijken hebt.”

 

Deze coachhouding sprak me aan. Het geeft ontspanning als je samen met de cliënt het coachtraject doorloopt en daarbij geen hoge verwachtingen stelt aan jezelf of de coachee. Maar, vroeg ik, kun je niet teleurgesteld raken als je als coach geen doel hebt? Soms kan het dan toch lijken of er niets wordt bereikt? Het antwoord was eerlijk: ja, dat kan. Het gebeurt wel eens dat er een cliënt bij Trudy komt met bijvoorbeeld huwelijksproblemen. Dan kan dit bij Trudy emoties en gevoelens oproepen waardoor ze het liefst zou zeggen dat die cliënt bij zijn of haar partner weg moet gaan. Echter, als ze de vraag van de cliënt loskoppelt van haar eigen gevoelens, weet ze weer: ik ben niet degene die deze keuze moet maken. Wie ben ik om te zeggen wat het beste is voor mijn cliënt? Het is slechts mijn taak is om mijn cliënt in contact te brengen met dat deel in zichzelf dat zal zeggen wat het beste is om te doen.

 

Trudy heeft mij op een andere manier naar coaching laten kijken dan ik van nature doe. Waar ik geneigd ben om als coach de leiding te nemen, laat zij de cliënt het initiatief nemen. De coachstijl die ze hanteert, komt het meest in de buurt van de vrijmakende coachstijl (Heron, 1975). Bij deze inzichtgerichte coachstijl (De Haan & Burger, 2021) helpt de coach de cliënt om lucht te geven aan spanning en om emoties te onderkennen die ontwikkeling in de weg staan. Trudy luistert, laat de cliënt reflecteren op zichzelf en ze nodigt uit om dingen vanuit een ander perspectief te zijn. Ze wil tot een dieper inzicht komen en legt het initiatief zo veel mogelijk bij de cliënt. Ze is de metgezel van de cliënt.

 

Mijn natuurlijke coachstijl is de oplossingsgerichte: de coachee heeft een vraag of een probleem en ik wil het oplossen. Echter, van Trudy heb ik geleerd dat het juist goed is om mijn coachees het initiatief te laten nemen, zodat de sessies op een tempo gaan dat de coachees het aankunnen. De coachees kunnen de achtergrond van hun vraag zelf ontdekken en met mijn ondersteuning een ontwikkeling doormaken. Hierdoor dring ik niet mijn visie of oplossing aan de coachee, maar ben ik slechts ondersteunend in hun ontwikkeling.